Uit de manke jager50
De ontzaglijke rust
Hij werd neergevlijd,
voozichtig, alsof hij iets kostbaars
was dat nog dienstig moest zijn.
Vrouwelijke intuïtie?
De hond werd weg-
gejaagd. De vrouw met wie hij
was herkende hem. Maar hij werd
weggewaand. Weg is weg!
Een andere jager joeg
nu voor haar. Het geluk dat door
een wolk wordt tegengehouden.
Men droeg hem.
Men zou hem koesteren
en hem laten bekomen, want
goed zag hij er niet uit. iemand
bijgeroepen met kruiden.
De wond die nog pijn-
lijk en blauwig etterde, werd
verdoofd met het gif uit planten
en afgedekt met grassen.
Met gedroogde grassen die
hun werking al hadden bewezen.
Een plek van bladeren van de
bomen liet hem rusten.
Hij sliep dagen, maar de
hond week niet van z'n zijde.
Ook niet de vrouwen die hem wilden
verzorgen als hun eigen man.
In ieder geval iemand
van de stam, die als een kostbaar
goed werd opgevangen. Hij
straalde iets uit.
Hij straalde iets uit, maar
men wist niet wat. Men zag
op naar hem, hoe geveld hij daar
ook lag. De ontzaglijke rust!
De ontzaglijke rust die van zijn gelaat uitging?