Ik las,
muziek in jouw oog,
je voeten die,
krulden in 't wakke zand
de waterlijn,
uiterste grens,
tussen zee en land,
schuimen en schelpen,
golven, branding,
een niet te stelpen
watergewoel,
zoals mijn gevoel,
wandelend met jou mee,
daar tussen land en zee.
Ik las,
muziek in jouw oog,
leende jou,
mijn elleboog,
je keek dankbaar
een ganse symfonie
speelde nu in jouw blik
om mijn gebaar,
of onze harmonie
jouw knik,
zo van jij en ik
behoefde geen betoog,
met al die muziek in jouw oog.