De wilde Berbervrouw ()
zoveel namen aangemeten gekregen
maar geen een past mij zo goed
ik, de vermeende woesteling,
geboren uit verschroeide aarde,
getogen in razernij
ben ik uitgemaakt voor tovenares,
bestreden als de pest
mijn volk in diaspora geraakt,
ga en vraag het maar aan de bergen,
valleien en rivieren
zij kennen mij bij naam
hoor hoe de Imazighen nog altijd
liederen zingen, lala Boya vereren;
de wilde berbervrouw
ik weet dat ik voortleef al is
het enkel in taal
de Arabieren onderwiepen Magreb
maar mijn erfgoed blijft bestaan