Hij keek, en lachte,
schamper.
Zijn onderdanen zwaaide, hij zag ze,
amper.
Tijdens zijn vakanties, is hij altijd gevlogen.
Alleen in werktijd, is hij betrokken, en bewogen.
Ik vraag me af, of zijn vrouw, die zoveel van hem houd.
Dat ook gedaan had,als hij straten of huizen had gebouwd.
Wordt het niet eens tijd, om ons te realiseren.
Dat je iemand om zijn prestaties, om wat hij is, en niet om zijn afkomst moet eren.