de natuur is ervan doordrongen
in geluiden en geuren, huiver
eng is spinnendraad op het gezicht
woorden komen los, willen zingen
kijk toch, wil je me niet beminnen
me kussen tot je kwijlen gaat
lichaamssappen zich vermengen
en leegtes vullen zonder maat
ruik me, proef me laat me binnen
hoor me, sticht warmte in de buik
toe maar ga me nu verzinnen
schep een nieuwe werkelijkheid
jij immers kunt mij beminnen
met jou is geen eenzaamheid
alleen jij kunt die beginnen
van ons twee gedeelde tijd