Molshopen.
’t Gazon dat wemelt
van molshopen
het ondergrondse toont zijn kracht
niet te bestrijden
immer storend
’t fluwele huidje toch zo zacht.
Hij graaft zijn
onbeperkte gangen
zijn levensbuit onzichtbaar rijk.
Wij zien slechts
weggewerkte aarde
wie is de mol, of veel tegelijk.
Levende graaf-
machine is hij
meer op gevoel dan op het zicht
hij irriteert
villa bewoners
toont daar zijn eigen overwicht.
Ik dacht zo is
de criminele wereld
zo ondergronds , onzichtbaar wel
dat grijpen, graven
ruïneren
symbool ook van het zwarte vel.
En toch bewonder
ik die mollen
dat kleine , waar de kracht uit spat
hij is geschapen
om te wroeten
is niet op ’t criminele pad.
Th.