Ik heb gevochten,
ik heb gestreden.
Tegen de gedrochten,
waaronder ik heb geleden.
Misschien wordt het tijd,
om het op te geven,
deze strijd.
En mijn weg te zoeken in het leven.
Maar het maakt me bang,
leef volgens hun wet,
al voor zo lang,
wijl niets me meer belet.
Om mijn eigen weg te gaan
waarom blijf ik het dan doen?
Waarom trek ik het me nog steeds aan,
zij waren fout toen.
R.