Ik hoor de storm en weet het zeker. Nee, ik hoef niet te wennen aan jouw afwezigheid nee, nee, nee. Jou wil ik gewoon dichtbij tegen mijn ziel en in mijn armen. Is morgen al voorbij? Want dan, ja dan ben je weer de hele dag met mij, mijn zoon. Overmorgen ja dan schat ik kan niet wachten.