Verbranden of skien wil de kat niet uit haar mand kruipt de hond tegen de kachel zit de papegaai ineen gedoken papa vloek tegen de koude vloer dan gaan we naar de winter hier en daar ronken al vuren anderen regelen de thermostaat men loopt snel door de straten mijn korte broek wordt langer of worden benen korter van kou zou moeder haar wollen BEHA dragen en dochter haar muts met kleppen hang je zonne kleren niet weg een nazomertje ligt op de loer laat hopen dat het niet genekt wordt of het is snel skitijd ela