ongenaakbaar
vanuit opgedrongen tunnelvisie
leven zij in wild verband
samen apart
in die andere wereld
ik taal in gebaren
al schrijvend
probeert mijn hart
tot hun hart door te dringen
en spreek woorden
voorzichtig en in omlijsting
bang om te kwetsen
maar ze horen me niet
kijken me alleen glimlachend aan
maar hun ogen blijven dof
lijkt hun geest vertroebeld
toegebracht door
giftige woorden anderzijds
oordelend vanuit de verte
en leggen vermoeid
hun voorhoofd tegen
het dubbele glas
ze zien de waarheid wel
maar hun handen
reiken niet
om mijn tranen te drogen
al wenend laten zij mij achter
in hun verleden tijd
alleen en onnatuurlijk
in het huis van wanhoop
zo nemen zij statisch
- in viervoud -
de sleutel van toekomst
onuitsprekelijk
met zich mee
maar afscheid nemen doen ze niet...
Elinora,
27-06-2012