Wind
kijk hoe de wind jammert en giert
zijn razernij eerst botgevierd
bij bomen tuimelt in hun kruin
een slagveld maakt van onze tuin
een bloembak blaast hij stout omver
en donderend als jupiter
slaat hij de nacht in roffeltrom
en zucht de struiken scheef en krom
hij lacht om angsten en paniek
en demonstreert akrobatiek
nog één keer haalt hij krachtig uit
en beukend breekt de eerste ruit