Ik fiets door
straten, steegjes
geplaveid met
angstsporen,
de idee, het,
ongeduld van
autowrakken.
Rokerige gedachten,
nee, verslavende,
verslaafde gedachten,
hersenkronkels
kronkelend langs
zeilschepen op de
vinnen van mijn
monster, gedreven
door een driftkop
verborgen in mijn
hoofd, met gedachten,
gedichten,
fietsen over straat.