Donder, regen, hagel.
Op mijn hoofd.
Een klap in mijn gezicht.
Gegil, het schreeuwt.
Donder, wat een klote zooi!
Gemopper, hier en daar.
Ik huil.
Geen plek om te schuilen.
Rot dan weg!
Mijn hoofd, het voelt zwaar.
ik wil er uit, laat me gaan.
Laat me vluchten, hier en daar.
Laat me zijn, wie ik ben.
De omgeving die ik verken.
Het voelt niet goed.
Het is niet fijn.
Laat me vluchten.
Van deze pijn.