(on)aanraakbaar. Hij was melaats van top tot tenen zo ook uit de gemeenschap gezet Roep van onrein als men in zicht was onaanraakbaar , dus opgelet. Ondanks ’t verbod stond hij voor Jezus wist dat Hij hem genezen kon. Doch was die wil voor hem aanwezig? hij kwam vol hoop nu tot Die bron. Ik wil het . Raakte die onaanraakbare aan melaatsheid was ineens genezen. Hij mocht weer in het leven staan gevaar voor besmetting niet te vrezen. Zijn Woord geneest ook onze zonden weer aanraakbaar ondanks smet. Hij wil ons leiden door ons leven in Hem is heel het mensdom gered. th