Uit de manke jager26
Een plaats
Het besef begon te
dagen, hij zou nooit meer
kunnen jagen, hij zou worden
uitgestoten, hij zou...
... hij zou moeten vragen.
Zouden de vrouwen zich
ontfermen over hem? Welnee,
zij kiezen voor de jager.
Zij kiezen voor de grootse
jager. Hij wist, want hij was
één van hen. Zijn vrouw, zijn
kinderen? Hij was weg.
Een stok gevonden om
onder z'n oksel te steken, om
te kunnen lopen! Dagenlang al
geprobeerd? Onmogelijk.
Hij moest hier weg, hij
moest terug vanwaar hij was
gekomen. De drang kwam on-
weerstaanbaar bij hem op.
Op krachten gekomen,
ondanks alles. De dingen die
hij zag die hem die krachten
gaven. Hij wist nu!
Hij wist nu meer, en
dan. Hij zou zijn eigen
vijand worden, hij zou op zijn
hoede moeten zijn.
Iets wat hij vroeger van
nature bezat, was nu niet zo
vanzelfsprekend meer. Zijn meer-
weten bleek en catastrofe.
Somber, hij werd somber,
terwijl hij de wereld bezat. Hij
kende hen nu, van binnen en
van buiten. Een plaats.
Een plaats in hun wereld die de zijne
niet meer was.