mijn neefje sprak wat woorden zo maar een onschuldig iets hij had het niet over voetballen of al dat geen hij had gemist het waren er niet bijster veel maar ze kwamen uit zijn mond sommige een beetje zachtjes de andere luider zoals hij was niet dat het hem wat kon schelen want niemand gaf hem nog straf hij koos de woorden zorgvuldig die hij aan de buitenwereld gaf hij leefde in zijn ontworpen wereld waar hij alles leidde en overzag zo ook het boekje en de notities waar geschreven stond wat hij sprak