De dag 01 juni 2014
Weet je, gelijk die laatste sneeuw,
koppig en verknocht aan dat verlopen noodweer,
versteven om een homp aarde in de berm van een baan.
Waarlijk volharden in de boosheid,
door onwrikbaar ijs en sneeuw te willen blijven,
teneinde toch maar
dat koude wintergevoel te kunnen bewaren.
Zo bewaren,
als een beeld van dansende houtskoolsintels boven een vuurkorf.
Je warme lach, schaatsend aan mijn hand, stuntelend en zwalpend,
ik die je dapper ondersteunen mocht.
Geurige Luikse wafels,
fanfare toonflarden en tranen van dolle pret
die als parels rolden over rood-roze wangen.
Jouw wangen,
welke koel en zacht de mijne raakten,
toen je in mijn oor fluisterde, dank je voor de mooie avond.
Mijn hand traag loste,
de weg van de nachtelijke sterren opging,
waar je beeld wegsmolt in de opkomende donkere nevel.
Het was reeds na achten en je werd thuis verwacht.
Nog wachtte ik tot de vroege morgen
en terug de vele volgende nachten.
Om mij heen verruilde de tijd het geheel.
Een winterlandschap werd andermaal naar de lente gevormd,
een schaatspiste was wederom meer.
Toch bleef ik verlangend staan, uitkijkend naar jou,
weet je…..evenzo eigenzinnig als die laatste sneeuw.
Laatste sneeuw.