een gewaarschuwd mens telt voor twee nam ik
in gedachten met mij mee en stapte
met gepaste hapering over de drempel,
de aardedonker ruimte in
terwijl ik op de tast mijzelf naar voren bewoog
hoorde ik het poort dichtvallen
niet wetend welke richting op te gaan
was het een innerlijke kompas waarnaar ik zocht
in de buik van de berg, omringd door
zijn duisternis, groeide gestaag het besef
waarvan de kern groter dan mijn wezen is
er daalde een gevoel over mij heen als mantel
van nevel, die mijn ademhaling kalmeerde
berusting met zich meebracht
daar waar ik eerder blind was zag ik een wak
in het zwart, schitterend blauw
doch als een spiegel breekbaar
voorzicht maar zeker keek ik van zo dichtbij
dat het puntje van mijn neus
de zwakke plek bijna raakte,
toen mij drie vrouwen verschenen
elk met een schoonheid
waarvan de beschrijving louter ijdele hoop
van een woordentovenaar kan zijn
wij zijn de drie juwelen
verleden, heden en toekomst
de eerste zei:
bij mij vind je jouw diepste verlangen,
onbevangen maar de onschuld kwijt
de tweede zei:
hier gaan je wensen in vervulling
doch aan verandering onderhevig
blijk ik een bodemloos put
en de derde zei:
zwelg niet langer in spijt,
vadertijd is
een relatief begrip
voor hij die spijt betuigt