Ruimte.
Het stille strand
ligt voor mij open
de zon , versluierd , parelt in schelpenbed
een frisse bries
opent de longen
het brede strand haast onbezet.
De golven glanzen
zilverkleurig
al deinend op zuidwestenwind
kabbelende rust
in stille toonvorm
hier aan de zeekant zo bemind.
Een drieteen-
strandloper
rent trippelende op de vloedlijn
zoekend naar
voedsel rank en klein
tussen meeuwen die aan het fourageren zijn
Een aluminiumboei
verrijkt de pier nu
IJmuiden aan zee staat op de rand
brak aan zee
voor het toerisme
hopend op een nieuw verband.
th