ongezouten lippen trotseren
geblindeerd speeksel
woorden trekken zich terug
een mond achterlatend
waarmee maar gezegd is
alsof we een luchtje scheppen
ik ben er nog niet uit waarom
of hoe dit kon gebeuren
de tijd lijkt zich te herpakken
in een ontzield hemellichaam
voorgeslacht verbergt zich
achter zelfportretten, vanouds
ruimschoots, in vogelvlucht
vliegende kevers, geluiddicht
nu de maag weer honger zoekt
ben ik sprakeloos