geplaagd door de droogte en het zand dat
almaar oplaaide zag ik amper hand voor oog
doch vervuld met hoop bleef ik proberen
vond mijn verstand een weg
op geen steenworp verwijderd viel ik stil
vertwijfeling raasde als wervelwind door rede
hoorde ik plotseling gejank en gegil
die vanuit de opening leken te komen
voordat angst wortel schieten kon smoorde
de drang naar kennis hem in de kiem
zette ik de tocht voort met loden leden
maar met de ziel op een kier
elke stap die ik nader nam verlichtte de ballast
eenmaal bij de ingang met een gonzend hart
in mijn borstkas,
voelde ik nauwelijks nog gewicht
vlak voordat ik naar binnen trad zag ik
dat aan beiden kanten van het poort
de volgende tekst op stond
laat enkel hen met moed
zich naar binnen begeven
daar het geweten aflaat
noch genade accepteert
de weg van het lijden
is die naar het licht