En de vergeven stilte spreekt door denkbeeldige linten als node de rode leidraad breekt uiteenvalt in rozen op een rok de merels vlijtig gewoon daar waar ze zich bevinden beelden blijven repeteren van buiten, van binnen waar alles al is daar is geen woord bij dan te roepen wat men zei verlos ons van den boze en zon schijnt over het al linten licht en machteloze zonder einde, alleen beginnen