Open deuren.
Waar alles toch
leek afgesloten
Gods stem bijna niet werd gehoord
brandde het licht
van Gods ontferming
was Zijn belofte niet gesmoord.
Stond daar die vrouw
met “haar”belofte
haar zoon Samuel, voor Eli’s poort
Het heillicht dat
in hem mocht gloren
opdat Gods geheimnis werd gehoord.
Waar Eli niet in
Staat was gebleken
zijn eigen zonen voor te gaan
mocht hij zich
in dit kind verdiepen
om wel Gods wegen te verstaan.
In ’t nachtlijk uur
werd hij geroepen
niet wetend dat God zelf hem riep
terwijl de priester
de oude Eli
in foute onschuld ongeroepen sliep.
Tot drie maal toe
werd hij geroepen
hoorde de straf voor Eli’s huis.
In ’t morgengloren
opende hij de deuren
want God was nog voor ieder thuis.
Th.