twee handen samen gevouwen op het beeld van steen ik zoek de zee die golven stukgooit en verder verzacht tot rimpelloze lijnen om stil te zijn ik boetseer hagelwitte kelken van droom naar realiteit er bloeien lelies achter de uitdovende kaarsen mijn woorden geven langzaam de bloei in emoties wij vertalen door liefde wat voelbaar is en nog breekbaar