Het gouden schemerlicht
Het grote feest op de boerderij
bracht veel oude bekenden bij elkaar
Bij het dansen keek jij weer naar mij
bijna net als vorig jaar
Jouw onopvallend wenken
het schalksfluisterende ; kom
Deed mij besluiten zonder denken
al wist ik niet waarom
Door de halfopenstaande poort
van een grote boerenschuur
Had ik jouw stem gehoord
die mij riep naar avontuur
Ik was weer die jonge jongen
onbevangen en bonzend hart
Dit gevoel te lang verdrongen
door jouw verzoek nogwat verward
Het donker noopte mij tot loeren
zette mijn passen op de tast
Zintuigen werkten op volle toeren
jouw aanwezigheid heeft mij verrast
De maan had jou ook gevonden
schemerde stralen op jou gezicht
Liet jouw passie onomwonden
tonend in het schemerlicht
Het mocht niet langer duren
zei jij ,en leidde mijn hand
Op weg naar nachtelijke uren
in halfduister goudomrand