De gordijnen zijn toe
het licht aangestoken
we zien weer
waar onze neus naartoe leid
We konden niet meer kijken
met het blote oog
waar we zaten
waar we stonden …
waar onze ogen ook keken …
Met het licht aan
gaat het beter
de lamp
geeft klaarte …
Het donker
buiten …
maar binnen is
het even voorbij …
Het is weer helder
voor mijn ogen …
voor even
want ga ik slapen
is het weer duister
zwart is de nacht …
maar daar is nu even
niets van te zien …
wit is het kernwoord
van de lichtbron
die nu in mijn kamer schijnt
Maar pas als ik mijn ogen toedoe …
verdwijnt
langzaam het wit van het licht
in het zwart van de nacht …
Maar voorlopig houd ik het nog helder …