Uit De manke jager 100
Als een getuige
Zij bleven rond de
zon draaien, die was overge-
bleven als enige die nog licht gaf.
Als een getuige.
Het licht was onze
eerste en enige overvoor-
moedervader. Het eerst wat werd
geschapen, de oermaterie.
Vanaf de geest, het
eerste beginsel. Daar waren
wij al potenieel in aanwezig, want
in de geest zit alles vervat.
Maar onzichtbaar voor
materiƫle ogen. Kon men dan
de geest geen ogen geven! Maar
de geest ziet zonder ogen.
Het geestesoog ziet.
Want al wat materieel is,
is eens geest geweest, elk idee
heeft eens geest geweest.
Wij kunnen niets
realiseren zonder het in
de geest te hebben gezien. De
geest vormt het materiƫle.
God boetseerde de mens
uit 'de' stof van de aarde,
de stof die uit het licht
was voortgekomen.
De mens werd gemaakt
naar het voorbeeld van de
goden die nog geestelijk waren.
Uit de stof van de aarde.
Hij blies de figuur de
adem in, zodat het bezield
werd en zou leven. De ziel
was geboren.
Vrouwelijk en mannelijk,
zou de figuur zijn. Noch
vrouwelijk, noch mannelijk. Een
geestelijke eenheid.
Een lichamelijk eenheid zoals die in de
geest was geweest.