ER WAS EENS
Er was eens , in een land hier heel ver vandaan
een koninkrijk met alleen een koningin op de troon.
Ze droeg een hermelijnen mantel en at dagelijks adamsappels met stroop omdat ze dat gewend was. Toen ze nog een prinsesje was, pruimde ze het ook met poedersuiker, maar dat was lang geleden.
Jaren van adamsappels eten gingen voorbij, de koningin werd steeds appeliger, en de vrouwen van het land steeds zuurder .
`s Avonds bij volle maan schoolden ze samen en bedachten een manier om de koningin gek te maken.
Op een goede morgen deed een van de landvrouwen een hoofddoekje om en sjouwde kromgebogen een mand adamsappels naar de koningin, die gehuld in haar hermelijnen mantel op de troon zat te wachten op haar
voorraad.
"Hoe vind je dat ik er vandaag uitzie?" Vroeg de koningin.
Mooi mooi, prachtig prachtig, u bent een pareltje..
De koningin begon te huilen, te huilen, en te huilen, ze huilde zo hard, en lang, dat het volk in bootjes langs kwam varen om te zien waar al dat water opeens vandaan kwam.
Gebroken zat ze op de troon en snotterde met haar voeten in het water;
"Ik ben zo lelijk als de nacht, en jullie liegen elke dag, proppen me vol met adamsappels er is geen man meer over in het koninkrijk, dus jullie missen heel wat, zeg eens eerlijk !"
Geschrokken door de uitspatting van de koningin begonnen ze te smoezen, ze begrepen niet dat hun samenzwering vanzelf vorm kreeg, de koningin hun slachtoffer niet meer wilde zijn, dus gingen ze
over naar plan B.
Majesteit, u bent zo lelijk als de nacht, en regeren kan u ook al niet!
De koningin hief haar handen omhoog, plukte een paar zonnestralen uit de lucht en begon het volkslied te zingen, ze werd opeens wonderschoon en knap, voor één keer was haar volk eerlijk, en de koningin werd er prachtigmooi van, ze bedankte het vrouwvolk en zei;
"Ik ben blij dat jullie eindelijk eerlijk zijn geworden wat vinden jullie nu van mij?
En alle vrouwen riepen in koor;
"U bent lelijk ..u bent lelijk..u bent lelijk..u bent lelijk..