We kunnen niet terug na wat jij me hebt verweten
onderweg naar het nieuwe, oude wonde opengereten
moet mijn gevoelens uitzweten langs bevroren traankanalen
mijn tong dik en lam, kon iemand men stilte maar vertalen
rustig ademhalen, ik zit te happen naar lucht,
mijn longtakken zijn geplugd met zenuwpijn bevrucht.
Het ritme van mijn gezucht, de regelmaat van een metronoom
van de rozen die je van mij kreeg, vlocht je een doornkroon
de koning op zen troon in zijn verlaten fort
Ik had toch kreeg ik het op mijn bord
heel mijn wereld ingestort, ik zweef rond in eenzaamheid
wat was, wat niet meer is wat de rest is eerbaarheid
ik sta te trillen op men benen ma blijf rechtstaan
en ruil al je leugens voor een lach en een traan
dat het zo mis zou kunnen gaan,
dat voelde we al weken over het punt dat niemand buigt,
kan liefde heel snel breken