Een afstand van een leven
Met nog enkele meters te gaan
In dit einde
Heb ik alles maar weggegeven
Dat ik heb verzameld
Tijdens mijn bestaan
Ik heb de wind in mijn gezicht,
Maar een vinger in mijn rug
Die mij langzaam duwt
Met een kracht naar voren gericht.
Dat rottige stemmetje in mijn oor.
Een eentonig stemmetje dat ik hoor.
Het stemmetje dat zegt:
"Loop vooruit,
Je weg is recht".
Nog even kijk ik om
En werp een blik
Naar al die gezichten in mijn verleden.
Ik slik
En probeer
Al die ongesproken woorden
Te ontleden.
Even rolt er een traan
De dood gaat nu intreden
Het is te laat
Ik kan ze niet meer verstaan.
Er is nog een millimeter te gaan
En ik ga eindelijk vallen
Een boekje met een open einde
Zal dan voorgoed
En vervroegd dichtvallen.