Urenlang in de bus
Velden glijden voorbij
Vredig, rustgevend
Maar dan ineens
Zo'n verlaten plek
waar vroeger een huis heeft gestaan
Niemand
die hier komt.
Urenlang in de bus
Ruïnes glijden voorbij
Rumoerig, angstaanjagend
Maar dan ineens
zo'n drukke plek
waar vroeger een soldaat vocht
Niemand die hier voorbij rijdt
Behalve
wij.
Urenlang in de bus
Gedachten glijden voorbij
Grof, ongevoelig
Maar dan ineens
zo'n stil moment
waar ik vroeger alleen kon van dromen.
Niemand
die dit ziet
Alleen wij.
Urenlang naast hem
Gevoelens glijden voorbij
Glad, liefdevol
Maar dan ineens
zo'n blik
waar ik vroeger niet over beschikte
Niemand
wist het.
Alleen
hij.
Urenlang bij hem
Hij mist iets
zijn handen, zijn voeten
en dan ineens
zijn verhaal
hij probeerde een bom uit te schakelen.
Voor
zijn kinderen.
Niemand
weet het.
Ik en mijn broer.