Ik zit op een wolkje, heel zacht en klein.
Weet je wat ik nu zo fijn aan hem vind?
Ik kan er helemaal alleen zijn.
IK hoef me nooit te verstoppen,
of te rennen oh zo snel,
want zo gauw ik me bedreigt voel,
dan zoek ik mijn wolkje wel.
Het is wit en van pluizehaartjes,
ziet er vriendelijk uit en hangt heel hoog in de lucht,
schiet er soms doorheen met kleine vaartjes,
als ik een wens doe, en drie maal zucht.
Soms vraagt mijn vriend, waar ben je nou?
Ik krijg je niet bereikt,
maar dan zit ik hoog in de lucht,
terwijl dat voor niemand zo lijkt.
Smascha