Ik blijf wel even kijken
naar het mooie regengordijn
Even moet het blokken wijken
Zo zittend in mijn raamkozijn
Ik begin zowaar te dromen
over haar die ik niet ken
En ik staar wat naar de bomen
Terwijl de regen plenst
Haar trekken ken ik niet
Haar naam al evenmin
Maar hoop dat zij mijn passie ziet
in elk rijm dat ik verzin
Woont ze in Leiden
Of in Eindhoven, Tilburg of Chaam?
Denk ik, terwijl ik niet kan vermijden
dat ik nat word bij het raam
Wordt ze straks veertig jaar oud
Of gewoon maar zeventien?
Is ze verloofd, of zelfs al getrouwd
Of een weduwe misschien ?
Haar leren kennen wil ik niet
Alleen de woorden houden ons bij elkaar
Dat denk ik, terwijl ik naar mijn tuintje zie
En de regen, die valt maar