Van zijn troon neerkijkend
op de man voor hem
knielend, zijn hoofd omlaag
het is net of hij hem kent
de man vraagt om vergeving
omdat hij vreemd is gegaan
de persoon om wie het ging
was een persoon van adel
de koning denkt volgens de wet
en veroordeeld de man
"een jaar lang cel
water en droog brood"
"En ik wil de vrouw zien"
zei de koning luid
"Ik veroordeel deze trien"
en leunde achteruit
Binnen kwam de vrouw
kleurrijke kleding, mooi gewaad
deze dame was ontrouw
de wet kent geen verschil
de vrouw keek niet op
haar gezicht verborgen
"Ik veroordeel je tot hetzelfde
als de man met wie je ging"
ze kijkt op
hij kijkt haar aan
met droeve ogen
kijkt hij naar
zijn eigen vrouw