Ik kijk uit het raam naar buiten,
hoor de vogels fluiten.
De zon is aan het schijnen,
en ik zit hier weg te kwijnen.
Mijn gedachten zijn bij jou,
jij allerliefste vrouw.
Kon ik maar vaker bij jou zijn,
dan zou ik ook zo vrolijk zijn.
Jij bent voor mij van grote waarde,
Jij bent een engel op aarde.
Maar dit zeg ik onverholen,
je hebt mijn hart gestolen.
In mijn hart zal ik jou steeds dragen,
zonder dat ik hoef te vragen.
Het begint te regenen, terwijl ik zit te schrijven,
jouw lach zou die wolken doen verdrijven.
Zien, zullen wij elkaar nu gauw,
dan is de lucht niet meer grauw.
Ik verheug mij zo op jou,
jij allerliefste vrouw.