De Zee.
Zij geeft en
Neemt
Naar eigen believen keer op keer.
Tomeloos in kracht
Of in verstilde vorm
Vloed en eb steeds op en neer.
Verrassend schoon
Bij zonsontlading
In avondgloed oranje, paarsblauw.
Weerspiegeling
Tot op het vochtig strand.
Verzinkend in het nachtelijk grauw.
De oceanen overheersen
Het ganse aardoppervlak.
Diep blauw
Tot groen
Smaragd geregen , onder het tropendak.
Uit haar ontspruit
Vruchtbare regen
Zij bergt het leven van vis, dier en koraal.
Zij draagt de schepen
Op haar golven
Biedt ons een rijk onthaal.
th