licht straaltjes uit zijn ogen..
hebben tegen me gelogen..
gelogen over god.
ze sloten zich af, deden de deur op slot.
keken toe hoe ik verdronk.
in de ogen zonder geloof.
dood voordat ik het vuur doof..
eind zonder jou..
je ogen zijn zo bemanthartig..
maar ik moet toegeven dat ik van ze hou.