Ik had net mijn plechtige communie gedaan
en zat met mijn ouders in een taverne op de
grote markt met tegenzin te luisteren naar
de fanfare die ik voorbij zag gaan, ik was mij
ronduit aan het vervelen, terwijl een lauwe
lentezon mijn naïeve blonde haren streelde.
Ik hapte buiten snel naar frisse lucht maar plots
klonk vanuit een louche bar het rauwe geluid van
vlijmscherpe gitaren en een barse drummer, en
ik wist al gauw, dit wordt mijn favoriete nummer.
Ik hoorde in dit lied hoe de duivel mij opstookte
om mijn vrome katholieke geloften definitief in te
ruilen voor de helse muziek van deze wietroker
en jawel, kort daarna werd ik een vurige fan van
deze grote muil, 'n nieuwe tijd was aangebroken.
Nu zesendertig jaar later heb ik lang genoeg door zijn
repertoire gedoold, mijn gedichten die ik regelmatig op
zijn face-bookpagina post, leest hij nu gretig, net als ik
toen, die zich haastte om zijn LP's te draaien na school.
En zo erkent hij een dolgedraaide fan als poëzie-idool.