Een gedicht bedenken is soms moeilijk,
een product ontstaat niet altijd spontaan,
terwijl het in jouw binnenste kolkt,
blijkt er op papier nog geen letter te staan.
Je legt jouw hoofd in je handen, verward,
dat je maar niks kan creëren,
je twijfelt aan jezelf, herhaaldelijk,
zonder dichten kun jij toch niet verkeren.
Dan uit het niets, schiet een gedachte in je hoofd,
met de snelheid van een bliksemschicht,
de letters dartelen over het papier, jawel,
nu ontstaat er een prachtig gedicht.
Na het afronden, lees je het nog eens door,
je bent vervuld van een zekere voldaanheid,
dit is het beste werk, ooit door jouw geschreven,
niet voor elk misschien, voor jouw een feit.
Doch in de praktijk, blijkt het tegenovergestelde,
een ieder vindt het wel aardig, maar goed neen,
je begrijpt er geen soesa van, hoe kan dit,
jij dacht, hiermee bereik ik iedereen.
Maar dichtertje, dat geeft geen ene moer,
want toen je dit epistel bedacht en op schreef,
de gedachte, dit gedicht, die geboorte,
is de passie die jouw in de poezië dreef.
Wat men er ook van vindt,
het is en blijft jouw creatie,
laat dat je de voldoening schenken,
waarom poezië geworden is, jouw fascinatie.