Maar ik ben je moeder, zeg ik tegen mijzelf iedere keer weer
Ook al ga je telkens weer tegen mij zo tekeer.
Ik ga mij zelfs af vragen is het gemeend ,of probeer je me uit te dagen.
Ik help je op weg naar een goed besluit, maar dat loopt zelfs op een conflict uit.
Mijn zoon waar is onze band, voor de zwangerschap was er niks aan de hand.
Ben je mijn liefde zo snel vergeten,de dingen voorheen zo gewoon worden mij nu door jou verweten.
Ik help je met al mijn tijd en baten, maar nog zeg je dat ik niet voldoende doe.
Ik wijs je op je verantwoordelijkheden maar in een gesprek met haar ouders wordt dat volkomen gemeden.
Alles wordt verzorgd door haar ouders van huis tot meubelair, omdat ik dat niet kan ben ik niet meer populair.
Maar dat dat pijn doet voel jij niet, dat ik mij voel verstoten merk jij niet.
Geef niet mijn zoon dat kan ik allemaal aan.
Ik blijf toch je moeder.