Ik schreeuw het uit,
maar iedereen schijnt doof voor het geluid.
Ik heb een muur rondom mij gebouwd,
binnenin bewaar ik mijn pot goud.
Net als iedereen, bewaar ik daar al wat goed aan me is.
Iemand waar ik de echte ik aan kan tonen,
is het enige wat ik er mis....
Het enigste wat ik er niet kan laten wonen.
Af en toe brokkelt de muur af,
ik doe dan wanhopig pogingen om hem terug op te bouwen.
Want ik weet dat ik meestal de afbrokkelende stenen op m'n hoofd krijg, als straf.
Als straf dat ik weer iemand van me heb laten proberen te houwen.
Als straf dat ik m'n muur niet stevig genoeg gebouwd had,
want zo ontstond erin een gat.
Maar als er nu toch een echte vriend mijn leven probeert binnen te wandelen,
moet ik dan de gok wagen?...
De gok dat iemand me als vriend zou kunnen behandelen.
Zou ik het risico wagen om mogelijk de last van de stenen opnieuw te dragen?