Het gouden zonlicht lacht nog vriendelijk maar een venijnig vleugje kou is voelbaar in de lucht
De herfst wacht om de hoek en als ze haar kans schoon ziet zal ze toeslaan, meedogenloos
Verblindend met zilveren druppels die aan spinrag parelen tussen velden vol neerzijgende bloemen die eens zo fier en stralend wuifden tussen het gras
Misleidend verleidelijk met haar warmhartige gewaad van oranjegele bladeren die vlammen in het voorbijgaan
Bevangend beklemmend met haar dek van duisternis dat elke avond een onopvallend beetje eerder over de aarde wordt uitgeworpen
Tijd wordt het om onze duisternis zelf te gaan verlichten
Met kaarslicht liefst, want dat is zo magisch mooi en lieflijk zacht
Tijd wordt het om de deuren te openen en een nieuw seizoen ons hart te laten betreden
Er is nu lang genoeg gewacht