Genezen.
Ik zien hem lopen
In Jeruzalems straten
Met op zijn rug een versleten matras
Achtendertig jaar
Daarop gelegen
Tot iemand, onbekend, hem genas.
Huis van barmhartigheid
Noemde men het spottend
Daar lag hij ziek , niemand met zorg
Geen toekomst
gelaten gedachten
geen enkel uitzicht noch een borg.
Toen stond die man
Opeens terzijde
Vroeg wil je wel genezen zijn
Zo onverwacht
Zo onbegrepen
Hij was vergroeid met dit terrein.
Sta op en neem
Je bed op…wandel
Het was op Sabbath , dus een verbod
Doch hij stond op
En kon weer lopen
Opdracht hier van de Zoon van God.
Gods mildheid
Overruled de regels
De liefde krijgt een ruime baan
Hij kent ons
Weet van onze zorgen
Schenkt ons een nieuw bestaan.
th