Mijmeringen bij een spiegel I + II
Mijn levensgedicht
Spiegeltje, spiegeltje aan de wand
Ben ik de mooiste van het land?
- Ach, schoonheid blijft niet
- Dat is wat iedereen ziet
Ben ik dan geweldig slim
Dat ik mijn brein zo trim?
- Nee, dat mag ook niet zijn
- Jouw verstand raast niet als een trein
Spiegeltje, mijn wiegeltje, heb ik enig talent?
- Ook niet meer of niet minder dan een andere vent
Is er dan bij mij wel iets speciaal,
Al ben ik dan niet zo geniaal?
- Je hebt je eigen kunnen
- En wil een ander dat ook gunnen
- Je bent best lief, je bent best aardig
- En dat maakt je waarlijk waardig
- Je bent niet mooi, je bent niet knap
- Maar je hebt wel een andere stap
- Met woorden kun je heel goed om
- Poeziƫ, filosofie, daarin ben je (helemaal) niet dom
- Daarbij ben jij ook nog de vriend
- Die ieder goed mens (en spiegel) Verdient