soms ben ik zo verstrooit
dan doe ik peper op mijn brood
ga slapen met mijn paraplu
tegen mijn vader zeg ik U
ik geraak ook makkelijk alles kwijt
mijn geld, mijn sleutels en mijn pijp
eens ging ik naar een kermisbal
zag er mooie meisjes overal
maar koos de lelijkste van al
het was niet eens uit medelijd
ik vroeg het meisje, trouw met mij
want ik had weer mijn hoofd niet bij
soms wou ik dan een vogel zijn
om hoog te vliegen, reuze fijn
de hemel klaart nu helemaal open
mijn geest verwart, wirwar gesnopen?
Metske,2016