Mijn duistere wereld is
vol oude spoken. Het lijkt
zo lang geleden; toch de
deur ernaar staat nog open.
Ik treed naar binnen en
vind een wereld van weleer.
Voor het verleden dat zwijgt
leg ik mijn bloemen neer.
Ik zie in de verte de contouren
van een graf. Een kruis door een
leven, dat nam toen het niet meer
gaf.
Ik voel mij voor even een onbegrepen
kind, dat wentelt in onmacht waar
het leven zijn laatste bestemming vindt.
Ik treed uit en laat achter wat niet
meer wordt begeerd. ik ontneem aan de dood
wat nog niet is verteerd.
Mijn levend verleden spreekt als weleer.
Aan zijn voetstap door mijn leven leg ik
mijn bloemen neer.