mijn waken ondiept zich in slapen
verzandt in nodeloos herhalen
er is een punt van inkeer, misschien
wel nu of nooit. Ik weet het niet
en kom weer boven water, ik stel
me een vuurkorf voor, daarin een
gloeiende massa, amorf, waarvan
de sintels zich mengen met de fijne
druppels van motregen, geknor
in de lucht, een vliegend varken
éénmotorig. Moeten we hier nog
lang bij stilstaan, alles gaat verder
alsmaar, mijn weefsel stroomt water
ik meen dat dat vroeger ook al zo was