doorheen de luchten dollen strijdrossen
wandelen vormen in felle contrasten
schaterlachend sterft de wind in vertes
van huiverende wenende hemel
rent tegen hoge wolkenmuren
tot hagel een eind maakt aan de rit
- welk minnezang denkt te kunnen
het plots ontwakend lentefris te vatten
tenzij de lente zelf met zonnestralen
grauw brengt met blauw naar 't graf
al stormt het nog wel aan de kusten
scheren reeds schreeuwende meeuwen
op een thermiek die wind hen gaf