Ik kan je niet zeggen dat ik uit het niets kwam
Maar zo leek het wel toen de zee
Me begon te vormen. Hoe lang
Het heeft geduurd is niet belangrijk.
Licht en donker trokken door me heen.
Niets was constant
Maar de werkende
Vingers van de zee
Met hun geknars van liefde en vervaardiging.
Dit gebeurde waar enkelen
Zouden willen binnendringen
En geen enkele kon het zien
Maar ik kreeg mijn lichaam daar
En verborg binnen in me
Alle stemmen van mijn maker
Terwijl ik zong over zijn werk
En slingerde en tuimelde
Door het ondoorgrondelijke donker.
Ik ben klaar en toch moet ik draaien
En tollen met een diepe wens, een vorm
Blij, perfecte beeld van de zee te zijn
Of haar knettergekke speeltuig in een storm.
binnenin de holte soms zo...
kruip ik in me schelpschulp.