Alleen
waarom ben jij nooit eens alleen?
met al die vreemde dingen om je heen
je helpende handen steeds vooruit,
steeds voor hulp, nooit voor buit
je hoofdje draait steeds voor anderen
zal jij dan nooit veranderen?
waarom ben jij nooit alleen?
deed je dan nog niet genoeg voorheen?
alles wat je deed was dienst voor velen
je was bereid alles te delen
lachend stak je anderen aan.
je voedde hen en liet ze gelukkig gaan
niemand zag dat jij kan treuren
dat men ook jou soms moest opbeuren
dat je kracht kon verminderen,
je dagelijks werk hinderen.
het droevige in je ogen zag men als liefde
men wist niet dat ook jij liefde beliefde.
ieder was gewoon dat je steeds gaf
dat je zweeg als een graf
je kon niemand ooit ontwijken
geen armen, drommels of rijken
allen waren voor jou gelijken
men dacht dat jij zo was geboren
dat jij alle klachten wilde horen
maar ik weet dat dit niet zo is
jij bent met als de anderen, maar dan bis
waarom ben jij nooit eens alleen?
laat al die gedachten, maak van je hart een steen.
je zal wel merken dat niet alle mensen zijn als jij.
enkel klaarstaan om te steken als een bij
alleen zichzelf willen helpen
alleen hun eigen bloeden stelpen
waarom laat je de anderen eens niet alleen? ela